Het zachte gezoem maakt me slaperig. Ik voel me ook wat verward. Vanochtend klonk geen uitbundig gebed voor vertrek. Verder mis ik de vastgebonden kippen die normaal voor mijn voeten liggen en me dorstig aankijken. Geen gesmoord gemekker van een geit uit het bagageruim te horen. Geen stampende Afrobeat door te kleine speakers en getoeter op het ritme ervan. Niet eens een bordje bij het instappen met: Relax, Jesus is in control. Zelfs corrupte douanebeambten waren deze ochtend niet van de partij.
Ik kijk uit het kleine raampje en zie de wolken vertraagd onder me voorbij schuiven. Langzaam zak ik weg in een droom die even tevoren nog werkelijkheid was…
…Het regenwater stroomt in grote stralen van het zilverkleurige golfplaten-dak, wat kort daarvoor nog de felle zon reflecteerde. Twee vrouwen zijn druk bezig dit kostbare water op te vangen in grote pannen die eerder als klankkast dienden van Ogwang’s nanga. Met een beker en een half plastic flesje wat als trechter fungeert, gieten ze het water in de grote gele jerrycans. Ze vullen er maar liefst vier, dat scheelt morgenochtend een flinke wandeling naar de pomp. Terwijl de regen steeds harder neerslaat op het metalen dak van het kleine bakstenen huisje, zingen Ogwang Clipper en zijn behoorlijk wat jongere vrouw de liedjes mee die ik eerder met ze opnam. De regen op het dak overstemt de twee met gemak.
Vorige week belde ik Ogwang met de vraag of ik zijn liederen over Adolf Hitler en Barack Obama zou mogen opnemen. De Acholi-krijgers hebben -gelieerd aan hun oude Britse kolonisatoren- een rol gespeeld in de twee wereldoorlogen. Hoewel hun inzet bij het overgrote deel van de wereldbevolking in vergetelheid is geraakt, komen de verhalen in Noord-Oeganda regelmatig naar voren. Decennia geleden maakte Ogwang een lied over de gebeurtenissen. In tegenstelling tot Hitler, wordt Obama als held bezongen in het -veel recentere- lied over zijn succesvolle jacht op Osama Bin Laden.
Als reactie op mijn verzoeknummers, vroeg Ogwang Clipper me drie dagen later terug te komen, dan zou hij de liedjes wel weer paraat hebben. Aangezien de 78-jarige artiest geen opnamen van de liederen heeft en ze ook niet opgeschreven of in muziekschrift genoteerd heeft, zal hij het met enkel zijn geheugen moeten doen. Hoe diept hij die twee liedjes op uit zijn inmiddels rijke collectie van meer dan drie honderd liederen?
Ik geniet ervan dat ik door mijn lange verblijf in Noord-Oeganda de mogelijkheid heb om de mensen terug te brengen wat ze mij in goed vertrouwen gaven; hun kostbare muziek. Ook al bezitten de meeste artiesten geen televisie of computer, ze hebben nu in ieder geval een kopie van hun opnamen. Meestal zien zij zichzelf voor het eerst terug op een scherm, dit vinden ze vaak hilarisch. Bijzondere situaties ontstaan tijdens deze luistersessies. De meest heftige ervaring was toen ik de opgenomen videoclips liet zien op een kinderafdeling in het ziekenhuis van Kitgum. Iedereen kwam buiten om de laptop heen zitten, zelfs bij de meest zieke kinderen vormde zich een glimlachje om de mond en -naast enkele tranen- slaakten moeders uitbundigeululations.
Terwijl Ogwang vreugdevol kijkt naar zijn eerder opgenomen videoclips, stellen zijn vrouw en dochters mij kritische vragen. Wat ga ik doen met de muziek? Wat verdienen zij er mee? Kom ik weer terug? Hoe moeten ze de video’s bekijken als ik weg ben met mijn laptop? Koop ik een laptop voor ze? Ogwang zelf lijkt zich er niet druk om te maken. De (gegronde) klacht dat veel westerlingen alleen maar dingen komen halen en vervolgens nooit met het resultaat terugkomen klinkt vaak in het noorden van Oeganda. Meestal treft dit verwijt journalisten, fotografen en onderzoekers, maar blanke muziekproducers zijn even verdacht. Zoals altijd -als mij het vuur aan de schenen gelegd wordt- vertel ik dat ik zelf niets verdien met de opnamen. Sterker nog, dat de opnamen mij slechts geld kosten. Ik benadruk dat zij gratis een kwalitatief hoogwaardige muziek en video-opname krijgen voor hun eigen promotie. Soms, als ik mensen te dwingend vind, beantwoord ik hen geërgerd met dezelfde vraag: ”What’s in it for me?”.
Verhalenvertellers
Nog nooit ben ik zo dicht bij de orale traditie van muziek en cultuur geweest. Verschillende mensen brachten mij -mond op mond- op de hoogte van Ogwang’s liederen over de Duitse dictator en Amerikaanse president. Door de verhalen die verteld worden in de traditionele Acholi muziek, wordt gezegd dat muziek de bibliotheek van de Acholi is. In het verleden is hier weinig op schrift gesteld -en nog steeds is een aanzienlijk deel van de bevolking ongeletterd- maar door naar de muziek te luisteren kun je veel over de lokale cultuur en geschiedenis leren. Tijdens deze acht maanden heb ik mij verwonderd over hoe mijn twee studies, culturele antropologie en conservatorium, elkaar zijn gaan overlappen. De combinatie van beide velden blijkt voor mij interessanter dan de op zichzelf staande studies.
Hier in Noord-Oeganda hebben de instrumenten, boodschap en muziek te maken met de culturele achtergrond en gebruiken. Sommige instrumenten hebben bijvoorbeeld een bepaalde betekenis of functie als ze bespeeld worden. De orak wordt vooral gebruikt bij liefdesliedjes, iemand die deze halve kalebas goed kan bespelen heeft een grotere kans om tijdens een liefdesdans door een eventueel toekomstige echtgenote uitgekozen te worden. Een adunguwordt vooral bespeeld om blijdschap uit te drukken, deze harpen worden dan ook veelvuldig gebruikt in de kerken. De nanga heeft een meer melancholische lading en wordt in droevige tijden ter hand genomen. De rigi rigi wordt meestal ingezet om een positieve boodschap te verkondigen. Veel instrumenten hebben dus een specifieke functie en tijd waarin zij bespeeld worden. Hierdoor zijn instrumenten des te meer een transportmiddel van de boodschap.
Oma Obama
Ten zuidwesten van Kitgum ligt het kleine Keniaanse dorp Kogelo. Het dorpje, bestaande uit een paar hutten, is op de kaart gezet door een heel bijzondere geschiedenis; hier groeide namelijk de vader van president Barack Obama op. Volgens lokale traditie zijn de kinderen van een Luo-vader automatisch deel van de etnische Luo-gemeenschap. Dit betekent dat de mensen in Kogelo menen dat Obama naast zijn Amerikaanse burgerschap, vooral Luo is. Trots was heel Kenia toen Obama -hun ’broeder’- in 2008 werd verkozen tot president van Amerika. Deze trots ging gepaard met grote verwachtingen van wat zijn presidentschap hen zou brengen, velen hadden hoop op grote donaties en iedereen zou een visum voor Amerika krijgen. Vier-en-een-half jaar later blijkt dat de meeste dromen niet zijn uitgekomen, maar wordt Obama nog steeds als held gezien. Voor mij is het nu de tweede keer dat ik Mama Sarah ontmoet, ook wel oma Obama of ’oma van de hele wereld’ genoemd.
Om mijn toeristenvisum te kunnen verlengen, moet ik elke drie maanden even uit Oeganda vertrekken. Na een indrukwekkend bezoek aan Rwanda in november, is nu Kenia aan de beurt. De inmiddels hoogbejaarde oma ontvangt mij wederom hartelijk en vertelt allerlei verhalen uit de oude doos. Mama Sarah krijgt dagelijks bezoek, zowel buitenlandse geïnteresseerden als Kenianen die een kijkje bij haar willen nemen. Voor Obama’s oma is al die aandacht soms wel zwaar, inmiddels is ze ruim negentig jaar. Het Amerikaanse presidentschap heeft veel teweeg gebracht in het kleine dorpje; 24 uur na Obama’s overwinning werd een elektriciteitsnetwerk aangelegd en inmiddels is de zandweg geasfalteerd en zijn er meerdere hotels gebouwd.
Het Dho-Luo dat in dit gebied gesproken wordt, is nauw verwant aan het leb-Acholi in Noord-Oeganda. Dus kan ik met mijn eerder geleerde Acholi-woorden zonder problemen bij mijn nieuwe oma terecht.
Liefde
De meeste Oegandese mannen en vrouwen die ik tegenkom, handhaven een ander concept van liefde dan de gemiddelde Hollander. Vreemdgaande mannen lijken eerder regel dan uitzondering. Zij spreken niet vaak over hun echtgenote, wel over de moeder van hun kinderen. Nu is trouwen ook wel een hele opgave in Noord-Oeganda. De man, of zijn familie, moet een flink kapitaal sparen voordat hij zijn felbegeerde vrouw kan trouwen. De ouders van de aanstaande bruid hebben jarenlang moeten wachten op hun bruidsschat, dus de onderhandelingen zijn zwaar. Als eindelijk een overeenkomst wordt gesloten, zal de bruid naar de familie van de man verhuizen. Zij zorgt daar grotendeels voor het huishouden, baart en verzorgt zijn kinderen, gaat naar de markt en kookt. Ik meen dat de vrouwen in Acholi-land vele malen harder werken dan de mannen.
In Kitgum ga ik vaak naar de markt en dat is hier duidelijk geen mannentaak. Als ik groente koop, vragen de vrouwelijke verkopers me altijd wie het voor me gaat klaarmaken. In het begin zei ik nog dat ik zelf ging koken. Dit vinden ze hilarisch en om deze gênante momenten te voorkomen, lieg ik nu dat mijn vrouw heerlijk voor me kookt en het huis prachtig schoon houdt. De enige die dat niet gelooft is Alice, van haar koop ik altijd tomaten. Ze is doofstom, maar kan me toch duidelijk maken dat zij wél voor me zou koken als ik met haar zou gaan. Ik ben op slag verliefd…
…Vlees of vis?
De lunch wordt gebracht door een Egyptisch uitziende stewardess, haar goedbedoelde vraag brengt me even terug in de realiteit. Ik probeer zo snel mogelijk weer in slaap te vallen. Alles wat ik heb gedaan tijdens de acht maanden in Oeganda komt langs in mijn gedachten. Het was een enerverende tijd…
…Ik denk aan hoe Stefan Stasse mij onlangs interviewde op radio 2. Het was bijzonder om in Oeganda gebeld te worden door de Nederlandse nationale radio en te vertellen over mijn muzikale avonturen (luister het hier). Ik heb hernieuwd ontzag voor radio gekregen sinds mijn verblijf in Oeganda, vooral voor de grote impact die radio kan hebben. In Kitgum ben ik bij veel populaire radio-uitzendingen geweest van Pol FM, Kitti FM, Tembo FM & Mighty Fire. Deze zenders hebben mij de gelegenheid gegeven om alle muziek die ik opnam gelijk terug te geven aan de bevolking, dankzij het enorme bereik van radio in Kitgum en de populariteit van radio bij de ontvangers. Ook mocht ik van Bevrijdingsfestival Zwolle een stuk over vrijheid voor hun online magazine schrijven en vroeg een online Afrikaans magazine over kunst & cultuur naar mijn belevenissen in Oeganda (lees het hier).
Intussen heb ik meer dan 70 videoclips van traditionele Noord-Oegandese artiesten opgenomen, waarvan ik een deel nog aan het mixen en editen ben. Alle liedjes zijn inmiddels vertaald naar het Engels. Momenteel ben ik bezig met het ondertitelen van de videoclips, zodat iedereen de boodschap van de liederen kan begrijpen. Het is onvoorstelbaar wat daarbij tevoorschijn komt; de onbegrijpelijke klanken krijgen ineens een veel diepere betekenis. De Ugandan Recordings Youtube-teller geeft inmiddels ruim 26.000 views aan en er wordt ondertussen hard gewerkt aan een passende site die al deze filmpjes herbergt (zie binnenkort: www.ugandanrecordings.com).
Ik heb geprobeerd de muziek van Noord-Oeganda in al haar facetten te laten zien; van scholieren op houten xylofoons tot bejaarde harpspelers, van kerkkoren tot een brassband. Daarnaast hebben we het concept ’Music in one minute’ ontwikkelt. Omdat we onszelf vaak afvroegen waarom muziek hier zo belangrijk is, besloten we deze vraag aan de mensen om ons heen te stellen. Daarvoor spraken we veel verschillende individuen: we hebben filmpjes gemaakt van koorleiders, muzikanten, producers, radiopresentatoren, maar ook van boda drivers en huisvrouwen. Binnen een minuut vertellen zij wat muziek voor hen betekent. Al deze filmpjes vind je hier.
Enkele maanden geleden heb ik geluid gedaan voor een documentaire in Kaapstad. Ik had daarna de smaak te pakken en ben momenteel bezig met het maken van een documentaire over nodding syndrome in Noord-Oeganda, een voorproefje van tien minuten vind je hier:
Tot slot heb ik natuurlijk vier verslagen voor de Popunie geschreven, waarvan deze de laatste is. Ik had hierdoor een reden om alles te benoemen en op te schrijven, wat mij veel inzichten over mijn eigen ervaringen verschafte. Aanvankelijk wilde ik voor de Popunie slechts over muziek schrijven, maar al gauw merkte ik dat muziek onlosmakelijk verbonden is met verhalen over oorlog, vrede en hoop. Muziek wordt hier gemaakt, omdát er een boodschap te vertellen is.
Afscheid
De dag voor ons vertrek naar Nederland wil ik afscheid nemen van één van mijn favoriete artiesten in Noord-Oeganda. Vanaf Kitgum ben ik een half uur met de motor onderweg om zijn huis te bereiken. Aangezien Opira Morise Kato geen telefoon heeft, is het altijd de vraag of hij thuis is. Deze keer is hij dat helaas niet. Wel tref ik zijn vrouw Lily aan en besluiten we om Opira gezamenlijk te gaan zoeken. Met vrouwlief Lily achterop de motor, rijd ik van hut naar huis en van bar naar winkeltje, maar helaas is Opira in geen velden of wegen te bekennen. De volgende ochtend heb ik meer geluk; Opira is thuis. Voor ons afscheid heeft hij een liedje geschreven, getiteld Bye Bye Daniel & Ayaa. Ik stel mezelf in Oeganda voor met mijn tweede naam, omdat het uitspreken van ’Evert’ voor de meeste mensen een onmogelijke klus bleek. ’Ayaa’ is de Acholi-naam van mijn vriendin Karin, dat ’het enige meisje tussen jongens’ betekent en verwijst naar meisjes met alleen maar broers.
Naast het liedje krijgen we een zak met net uit de boom gehengelde mango’s en een door Opira zelfgebouwde adungu. We kunnen natuurlijk niet vertrekken, voordat we dit ontroerende lied hebben opgenomen. Het heeft voor mij grote symbolische waarde, omdat Opira hierdoor de eerste en de laatste Ugandan Recording op zijn naam heeft staan. Dit is een mooi voorbeeld van hoe traditionele muziek zich niet enkel bezighoudt met oude verhalen en tradities. Muziek is in beweging, er worden voortdurend nieuwe verhalen aan het traditionele repertoire toegevoegd. Grote en kleine gebeurtenissen worden nog steeds opgenomen in liedjes, geschiedschrijving met behulp van muziek. Voor mij is de cirkel rond; na acht maanden in Oeganda is mijn verblijf en vertrek vastgelegd in een lied dat ik zelf opgenomen heb.
…Een jongetje trekt aan mijn arm, ik open mijn ogen en zie zijn lippen bewegen. Langzaam begin ik te beseffen dat ik weer wakker ben. Ik heb zijn vraag niet verstaan. Zijn moeder snelt me geschrokken te hulp en waarschuwt haar zoontje dat zulke vragen uiterst onbeleefd zijn! Het beteuterde gezicht van het jongetje maakt me extra nieuwsgierig naar zijn eerder gestelde vraag. Moeder loopt verder naar de wc aan het einde van het smalle gangpad, waardoor ik kans zie het jongetje zijn onbeleefde vraag te ontfutselen. Hij fluistert in mijn oor: ”Waarom vlieg jij economy class?”. Ik mompel iets onverstaanbaars, zoals ik altijd doe als ik niet weet wat ik moet zeggen. Na acht maanden onbetaald hard werken in Oeganda stel ik nu aan mezelf de vraag ”What’s in it for me?”. Ik weet het ineens, terwijl ik opnieuw wegzak in een mooie droom…