Het is nog redelijk fris, maar zweetdruppels beginnen zich toch op mijn voorhoofd te vormen.“Mono, how are you?”, hoor ik overal vanuit de bush komen. Kinderen rennen naar de weg om me te begroeten, sommigen steken hun hand uit voor een high five. Ze moeten altijd hard om mij lachen. Het komt niet vaak voor dat er zo’n gekke, bezwete blanke in een korte broek over de zandweg langs komt rennen. Vaak besluiten ze met me mee te doen, op een goede ochtend heb ik ongeveer twintig hijgende kinderen achter me aan lopen.
Ik begroet een man die me tegemoet loopt. Terwijl hij vriendelijk gedag roept, valt me op dat hij zijn neus en lippen mist. Het duurt even voor het tot me doordringt dat hij waarschijnlijk het slachtoffer is geworden van vlijmscherpe panga’s. Doordat mensen zelden uit zichzelf over de oorlog spreken, vergeet je bijna dat het pas zeven jaar geleden is dat plunderende en mutilerende rebellen en soldaten uit dit gebied vertrokken zijn. In sombere gedachten verzonken vervolg ik mijn hardloop-rondje…
IDP
Langs de kant van de weg staan op sommige plekken veel hutten bij elkaar. Honderden daken van gedroogd gras steken fier boven het Noord-Oegandese landschap uit. De eerste keer keek ik genietend naar deze fotogenieke dorpen. Maar naarmate ik langer in Oeganda woon, weet ik dat mensen hun hutten liever niet zo dicht bij elkaar bouwen.
Tijdens de oorlog, toen de LRA-rebellen nog actief waren in dit gebied, werden de meeste mensen gedwongen om naar overvolle Internally Displaced People (IDP)-kampen te verhuizen. Een uiterst ongezonde leefomgeving: hoewel het Oegandese leger bescherming beloofde, kwamen in deze kampen ongeveer duizend mensen per week om het leven door ziekte, geweld en andere ellende. In de hoogtijdagen van het conflict woonden ongeveer twee miljoen Noord-Oegandezen in dit soort kampen.
Inmiddels zijn de meeste mensen via ‘satelliet kampen’ teruggekeerd naar hun originele woongebieden. Na jarenlang in kampen te hebben gewoond, verloopt dit proces niet zonder problemen. Er bestaat veel onenigheid over eigendom van land; deze landconflicten kunnen lang duren en met veel geweld gepaard gaan. Andere problemen ontstaan als voormalig kindsoldaten terugkeren naar hun vroegere dorpen. De scheiding tussen slachtoffer en dader is onduidelijk; de meeste rebellen waren immers zelf ontvoerde slachtoffers en werden gedwongen om wreedheden te begaan. Mensen proberen te vergeven, maar helemaal vergeten is in veel gevallen moeilijk. De oorlog heeft zowel grote lichamelijke als geestelijke littekens achtergelaten. Dit maakt de huidige situatie erg complex.
De overblijfselen van IDP-kampen, de verminkte lichamen en enkele gedenkplaatsen langs de kant van de weg zijn de weinige zichtbare herinneringen aan de oorlog. In het dagelijks leven wordt veelal gezwegen over het conflict. Maar door te vragen naar de betekenis van liederen die ik met lokale artiesten opneem, leer ik over de geschiedenis van dit gebied en de huidige problematiek.
Muziek is een mooie manier om verhalen kwijt te kunnen over geweld en de onzekerheden die in oorlogstijd zijn beleefd. Muziek is krachtig omdat het mensen in staat stelt om onderwerpen te bespreken waar normaal niet over gesproken wordt. Muziek kan helpen met verwerken, troosten en herinneren. Bovendien onderwijst muziek jongere generaties over hun eigen geschiedenis en cultuur. Kortom, muziek heeft een belangrijke functie in (post) conflict gebieden. Het is bijzonder om daar met mijn opnamen deel van uit te kunnen maken.
Ugandan Recordings
De maanden in Oeganda vliegen voorbij en het opnemen van traditionele muziek gaat gestaag door, vandaar dat ik heb besloten mijn verblijf met twee maanden te verlengen. Inmiddels staan er meer dan 50 muziek-filmpjes online. Deze video’s worden goed bekeken; de teller van het Scandal StudiosYoutube kanaal is de tienduizend views al gepasseerd.
Ik krijg veel leuke reacties van Acholi over de hele wereld; ze vinden de opnamen leerzaam en zijn blij dat hun traditionele muziek op deze manier gedocumenteerd wordt. Internet zorgt daarbij voor een heel groot platform. De ogen van de vrolijke Jimmy Jimson glinsteren als ik hem vertel dat zijn video al bijna vierhonderd keer bekeken is. En de zingende vrouwengroep in het dorp Tumangu droomt inmiddels over optredens in Nederland, waar dat dan ook precies mag liggen.
Tegenwoordig ben ik elke zaterdagmiddag aanwezig in de uitzending van de Northern Special show op radiozender Pol FM. Samen met presentator Kidega laat ik muziek en interviews met artiesten horen die ik in de afgelopen maanden heb opgenomen. Vorige week vertelde nanga-speler Ogwang Clipper tijdens een interview dat muziek vroeger werd geleerd rondom een kampvuur, waarbij de jongeren werd voorgedaan hoe zij een instrument konden bespelen. Zijn klacht is dat door computers en nieuwe technologieën de noodzaak van het leren spelen van echte instrumenten verdwijnt. Tijdens de uitzending bellen veel mensen om mee te praten over de muziek. Vaak komt naar voren dat de boodschap in de liederen zo belangrijk is.
Muziek opnemen in Oeganda is een uitdaging. Ik vind het leuk om artiesten in de buitenlucht vast te leggen, maar hierbij is de huidige, harde wind een groot probleem. Vele windstille, droge maanden zijn aan ons voorbij gegaan, maar sinds kort dalen flinke regenbuien op Kitgum neer. Het is heerlijk dat al het stof nu wordt weggewaaid en we eindelijk verkoeling krijgen, maar voor de muziekopnamen kan het funest zijn. Soms komt er een fikse windvlaag in een microfoon, waardoor hele takes weggegooid kunnen worden.
Een ander probleem is de temperatuur; de camera’s waarmee de videoclips gefilmd worden zijn continue oververhit door de warmte. De enige remedie is om even te pauzeren en ze af te laten koelen. Verder heb ik meestal slechts één kleine microfoon standaard en weinig microfoons tot mijn beschikking. De beperkingen maken je wel ontzettend creatief, improvisatie is nodig om alle opnamen tot een succes te maken. Bijvoorbeeld; op het moment dat je de laatste soundcheck hebt gedaan met iemand die op een nanga (klein 7-snarig harpje) zal spelen en klaar bent om de opname te beginnen, kan er zomaar een groep dansende vrouwen met (letterlijk!) toeters en bellen in beeld springen.
Soms meen ik na zes maanden in Kitgum betere inschattingen te kunnen maken van wat er komen gaat, maar dit blijkt elke keer weer ijdele hoop. “Dus je zingt alleen?” vraag ik de enthousiaste artiest. “Ja, het is alleen zang en rigi rigi”, antwoordt hij. Net voordat ik op de record-knop druk, pakt de zanger een orak uit zijn tas en begint met fietsspaken op de halve kalebas te slaan. Het is nooit saai hier.
Alexander McKenzie & The Underpaid
In Kitgum werd ik onlangs verblijd met hoog bezoek; de band Alexander McKenzie kwam langs. In Nederland is ons tweede album Ambivalence vorig jaar uitgekomen en in Kitgum ben ik de nummers op de radio aan het promoten. Omdat ik in Oeganda ben om muziek op te nemen, konden mijn bandleden natuurlijk niet huiswaarts keren zonder een Ugandan Recording. In de kleine Opete kerk hebben we, met behulp van het lokale koor en aanwezige kerkgangers, het lied Muddy Waters opgenomen>
Daarnaast hebben we de nieuwe song Moondog opgenomen met één van mijn favoriete Oegandese artiesten; Opira Morise Kato en zijn elektrische adungu. Het werd een inspirerende Nederlandse/Canadese/Oegandese samenwerking met mooi resultaat:
Nodding Syndrome
Deze maand had ik de mogelijkheid om opnamen te maken van een vrouwenkoor in Tumangu. Dit dorp staat bekend om de vele gevallen van de mysterieuze ziekte ‘nodding syndrome’ (ofwel; ‘knikkebolziekte’). Het is een aandoening die vooral kinderen tussen de 5 en 18 jaar treft en kan zorgen voor groeiachterstand en mentale retardatie. De kinderen knikken met hun hoofd wanneer zij voedsel zien of het koud hebben en het syndroom gaat vaak samen met epilepsie. De symptomen zijn ongeveer tien jaar geleden voor het eerst waargenomen tijdens de oorlog en veel mensen spreken over de aandoening in relatie tot geweld en conflict. Wraakzuchtige geesten van vermoorde mensen in de oorlog zouden bijvoorbeeld voor de opkomst van de nieuwe ziekte hebben gezorgd (zie het onderzoek van Karin van Bemmel voor meer informatie over nodding syndrome).
Tijdens mijn bezoek aan Tumangu kreeg ik de kans om van dichtbij kennis te maken met deze ziekte. Ik ontmoette een meisje wiens hand is verbrand toen zij tijdens een epileptische aanval in het vuur viel, haar buurmeisje verloor beiden voeten en tien kinderen zijn in de afgelopen jaren overleden door verdrinking of verbranding tijdens de aanvallen. De wonden op de gezichten, armen en benen van de jonge kinderen, zijn sinds het bezoek op mijn netvlies gebrand. Ik breng een hele dag in Tumangu door en de zingende vrouwen vertellen over hoe het is om een kind met nodding syndrome te hebben, over hoe het vuur en water hun kinderen doodt, over hoe ‘Rat’ aan ‘Gier’ en ‘Hyena’ vraagt of zij mee kunnen helpen met het eten van de lijken van de kinderen omdat het er te veel zijn om te kunnen begraven.
De 31 vrouwen zingen over problemen in het dorp. Naast de onbekende ziekte benoemen zij vele andere onderwerpen in hun liederen. De reacties waren heftig toen ik de videoclips aan de groep liet terugzien; hartverscheurende huilbuien werden afgewisseld met donderende lachsalvo’s.
Fat
Rennen doe ik vier keer per week, ik ben namelijk in training voor een -in benevelde toestand toegezegde- marathon. Rond 7:00 uur in de ochtend begin ik met hardlopen. Hoewel ik graag uitslaap is dit de uiterste vertrektijd; daarna is de hitte niet meer te verenigen met lichamelijke beweging. Onlangs kwam ik Jean, een goede kennis, tegen terwijl ik mijn gebruikelijke rondje door Kitgum rende. Terwijl ze me vermakelijk nakeek moedigde ze me aan met de woorden;“Good exercise! You have the potential to get fat, so it’s good that you are exercising!”.
Het is niet de eerste keer dat er opmerkingen worden gemaakt over mijn gewicht. Zinnen als“Ah, you grew so fat!“ of “You are now a heavy weight!” vliegen me om de oren. Het is moeilijk om in te schatten hoe deze opmerkingen bedoeld zijn. Vroeger was het een compliment, omdat een flinke omvang betekende dat je goed te eten had en rijk was. Bijna alle leiders in Kitgum hebben een dikke buik. Tegenwoordig heeft het schoonheidsideaal met westerse invloed een andere wending genomen; een slank figuur is steeds meer in. Mijn goede vriendin Monica drinkt geen melk meer en een groepje gezette dames zie ik enkele keren per week op hardloopschoenen langs komen puffen. De jongeren in Kitgum zijn tegenwoordig veel met hun gewicht bezig, maar vooral met het gewicht van anderen.
Ik was onlangs behoorlijk ziek, maar de volgende dag –op miraculeuze wijze- alweer helemaal genezen. Terwijl ik die ochtend op weg was naar een nieuw op te nemen muzikant, kwam ik mijn vriendin Jean weer tegen. Ze keek me bezorgd aan, ‘Oh sorry, you are thin now!’ en wenste me het allerbeste toe; “I hope you gain weight soon!”.